Op basis van de informatie die ik kreeg van de andere steenuilen-volgers in onze regio is het een slecht jaar voor de steenuiltjes. Mijn gegevens bevestigen alvast dit verhaal.
Met 71 gecontroleerde nestkasten zat ik net onder het aantal van vorig jaar. Dus vergelijken was mogelijk. Met een bezettingsgraad van 43,66% stonden we net boven 2013, wat een rampjaar was.
Ook het aantal gelukte broedsels was zeer laag. Ook 2de slechtste resultaat sinds 2012 met 33,80%.
Het gemiddeld aantal pulli per bezette nestkast was 2,29. In rampjaar 2013 was dit 1,94 en in 2015 2,24. Al de andere jaren waren beter.
Met het legbegin zaten we pal op dat van vorig jaar: 13 april. Wel hadden we geen enkel koppel dat al in maart eitjes had gelegd.
Met in totaal 71 pulli op 71 gecontroleerde nestkasten mogen we spreken van een slecht jaar voor onze steenuiltjes. Vorig jaar controleerden we 73 nestkasten en konden we 101 pulli ringen.
2013 was nog slechter met 82 nestkasten en slechts 64 pulli. Na een aantal topjaren kregen we opnieuw een stevige terugval.
Opvallend was dat de vroegste nesten vaak weinig pulli hadden. Bij verschillende kasten waar we meerdere controles deden bleek dat er vaak pulli verdwenen waren. Denkelijk opgevoederd aan hun broers en zusjes.
Het ontbreken van stapelvoedsel zoals regenwormen en kevers (?) is denkelijk de oorzaak van dit slechte resultaat. Een droge en keiharde bodem maakt het de oudervogels niet makkelijk om prooien te vangen.
Deze theorie is een veronderstelling, maar zal volgens ons niet ver van de waarheid liggen. Hopelijk kunnen onze steenuilen zich herstellen van dit zwakke jaar en zitten we in 2021 weer vlot boven de 100 pulli.
Foto steenuil: Kris Hermans
Leave a Reply