Zijn de trekvogels op?

Nadat september zich al redelijk rustig aandiende op de trektelpost in Oetersloven ging het in de tweede helft van september nog verder bergaf naar slaapverwekkend. Een grafiekje van het totaal aantal vogels per uur in de periode 2010-2019 (rood) in vergelijking met 2020 (blauw) laat duidelijk zien dat het een erg slappe maand was. Maar niet alles is wat het lijkt. Hierna probeer ik hiervoor een verklaring te geven.

Trektellen met een korrel zout

Vogeltrek proberen te registreren vanop een vast punt kan dan al een boeiende bezigheid zijn, het brengt door onze visuele beperkingen slechts een deel van de werkelijkheid in beeld. Zelfs het gebruik van het beste optisch materiaal laat niet toe om tot een betrouwbare weergave van overvliegende aantallen te komen. Trekvogels verplaatsen zich immers in verschillende luchtlagen met wisselende snelheden, waardoor ze zich geregeld onttrekken aan het menselijk oog. Sinds vogeltrek met radar in beeld kan gebracht worden blijkt dat zelfs kleine zangvogels vaak op aanzienlijke hoogte trekken, zelfs ‘s nachts. De waarnemer op de trektelpost zal dus hogere aantallen registreren als vogels bij tegenwind gunstige omstandigheden ervaren wanneer ze in de onderste luchtlagen vliegen. Omgekeerd kan meewind de vogels toelaten om snel en op grote hoogte, buiten het zicht van de waarnemer,  grote afstanden te overbruggen. Bovendien spelen de kleur en de structuur van de lucht ook een belangrijke rol. In strakblauwe luchten hebben onze ogen het een stuk moeilijker om vogels te ontdekken. Door vergelijking van veld- en radarwaarnemingen is gebleken dat bij tegenwind het grootste deel van de trek zich beneden 100m afspeelt, bij meewind op veel grotere hoogte. De weersituatie speelt bijgevolg een belangrijke rol bij de aantallen die op trektelposten geregistreerd worden.

Pierre.

Leave a Reply

Your email address will not be published.