De corona-miserie heeft soms ook een beetje voordeel. Zo heb ik momenteel de kans, dankzij thuiswerk, om ’s morgens voor ik aan mijn dagtaak begin een paar rondjes te doen op mijn ringplek. Hierdoor kon ik juli afsluiten met bijna 60 uur ringwerk op mijn teller. Goed voor een tweede plaats na 2015, toen ik als kersverse ringer 73u in mijn achtertuin rondliep. Dit leverde voor dit jaar 434 geringde vogels op. De beste juli-maand tot op heden. Bosrietzanger deed de grootste duit in het ringzakje met 154 exemplaren. Gevolgd door kleine karekiet met 113. Die twee bijna identieke soorten hebben een pact gesloten om samen naar het zuiden te vertrekken. Om ons ringers een boeiende uitdaging te geven en alert te blijven. Meten, kenmerken op een rijtje zetten is de boodschap om ze niet door elkaar te ‘husselen’. Twee soorten scoorden merkelijk beter dan andere jaren. Zo kon ik 15 rietzangers en 27 grasmussen van een ring voorzien.
Op nummer drie staat zwartkop met 50 exemplaren. En dat was voor mij toch even vreemd. Niet die derde plaats, want dat was al jaren het geval. Maar wel dat aantal. Ik had dan ook het gevoel dat ik deze soort tijdens mijn controles van de netten miste. Tijd om dit even nader te bekijken.
Als we de landelijke trend bekijken dan is er blijkbaar niets aan de hand.
Zo zien we dat de aantallen op alle actieve ringplekken in België zelfs hoger scoren dan in 2018 (blauwe ten opzichte van groene balkjes). Maar vorig jaar bleek het dan weer een goede maand juli voor zwartkop te zijn (rode balkjes). Natuurlijk moet deze soort nog starten met de trek. Het zwaartepunt ligt eind augustus en de ganse maand september (zie grafiek hieronder – alle ringplaatsen in België uurgemiddelde over alle jaren). Dus misschien zijn ze bij mij nog niet bezig met hun toekomstige tocht naar hun overwinteringsgebied.
Maar als ik dan een grafiek maak van de aantallen zwartkoppen die ik ringde in juli hier in Graeterbeemd blijkt dat toch maar een mager resultaat dit jaar. De uitschieter van 15 juli 2019 was een mooie uitzondering denk ik. Maar voor de rest bleek ik elke dag een stuk onder de andere dagaantallen van 2019 en 2018 te blijven. Van 25 tot 28 juli bleef ik zelfs zwartkop-loos achter. ‘Topdag’ was 18 juli met 10 exemplaren.
Om een beter beeld te krijgen ben ik dan eens geen kijken naar de uurgemiddelden van 2014 (toen ben ik met ringen gestart op die locatie) tot dit jaar. 2017 heb ik blijkbaar mijn netten in juli niet open gezet. Dus daar zitten we even zonder gegevens.
Dan blijkt dat het inderdaad een mindere julimaand is wat zwartkoppen betreft, maar zeker geen uitzondering. Zo bleek 2015 zelfs slechter en 2016 ongeveer gelijk. 2019 springt er weer uit, maar hier trekt die uitzonderlijke 15de juli met meer dan 30 zwartkoppen in de netten het gemiddelde een stuk omhoog.
Conclusie: geen paniek, er zijn nog zwartkoppen en ze komen er zonder twijfel nog aan. Zoals elk jaar het geval is.
Tekst: Dirk Ottenburghs
Foto zwartkop man: Stefan Nimmegeers
Leave a Reply