We hebben een goede week achter de rug. De snijdende koude en dagen oostenwind heeft een aantal leuke soorten afgeleverd in onze Fruitstreek. Na de geweldige ontdekking van de Pallas’Boszanger werd er op dinsdag weer een nieuwe soort voor de Fruitstreek ontdekt. Niet helemaal nieuw want in 1968 werd er al eentje gemeld en volgens mij werden er ook een klein aantal geringd. Er werd een zekere eerstejaars oeverpieper geringd te Tongeren in de Kevie op de oevers van de Jeker op 02/12/1967. En zelf had ik er denkelijk al eentje op 18 april 2015 in Koninksem, maar die kon ik jammer genoeg niet helemaal hard maken omdat ik hem niet lang en goed genoeg kon bekijken.
Determineren.
Deze keer had ik meer geluk. Tijdens een ritje in mijn warme auto door de berekoude velden kwam ik aan een hoop veevoeder een groepje piepers tegen. Altijd de moeite om even te stoppen en te bekijken. Je weet maar nooit. en al gauw ontdekte ik een afwijkende pieper tussen de voor de rest graspiepers. Deze was een stuk groter en veel valer gekleurd. Het beestje was zo beleefd om vlak bij mijn wagen op een bergje bloemenaarde naar lekkers te komen zoeken. En zo kon ik hem uitgebreid en heel gedetailleerd bekijken. Alle kenmerken werden netjes opgeschreven en op het moment zelf ook even gecheckt in mijn vogelgids. Netjes zoals ik het mijn cursisten ooit geleerd had. En ik kwam ontegensprekelijk uit op oeverpieper. Het enige wat ontbrak was een fototoestel om een bewijsfoto te maken. Maar we zetten beide soorten even naast elkaar.
Oeverpieper (links) : streping op borst en flanken difuus en niet mooi afgelijnd, buikkleur meer grijswit, algemene kleur vrij egaal donker zonder contrast, snavel lang en donker, poten donker, vleugelstrepen vaag, wenkbrauwstreep onduidelijk en kort, smalle witte oogring. Meestal solitair en vrij tam.
Waterpieper (rechts) : lichtere en bruinere bovendelen, buikkleur helderder wit, wenkbrauwstreep en vleugelstrepen lichter.
Enkel de biotoop klopt niet. Maar zoals je weet kan een vogel vliegen en dus overal opduiken. Voor mij : check oeverpieper.
Geen grote.
En dan was het nog niet gedaan. Want vandaag kwam de melding van een kleine zilverreiger in Wijer. Dit in de tuin van de ontdekker, Rene Motmans. Hoewel er regelmatig wel ergens een exemplaar opduikt, zeker geen gewone soort voor de Fruitstreek. Dit in tegenstelling tot zijn neef, de grote zilly, die momenteel in redelijke aantallen rondzwert op onze akkers. Dus zeker een leuke waarneming. Als die dan ook nog eens op beeld staat wordt ze nog leuker.
Op youtube staat dit filmpje : https://www.youtube.com/watch?v=JhXefb0hCr4&feature=youtu.be
Maar er was nog meer leuks. Verschillende waarnemingen van overvliegende ooievaars op 24/2 (2) te Bernissem en op 26/2 een groep van 35 over Brustem en een eenzaam exemplaar over Wellen. Er was dan ook de middelste bonte en de zwarte specht die onze groep ontdekte in het Jongenbos, een smelleken te Vechmaal en een groep van 80 kraanvogels op 26/2 te Alken. Voor deze laatste soort is het trouwens het moment. Er zijn voorspellingen van grote aantallen die terug vliegen naar hun broedgebieden en die dankzij de aanhoudende oostenwind wel eens bij ons verzeild kunnen raken. Dus omhoog kijken is de boodschap de komende dagen (maar dat is natuurlijk altijd de boodschap, tenzij bij de oeverpieper die op de grond zat).
Leave a Reply