In de winter zien we graag dat mezen onze voedertafel bezoeken waar ze zich te goed doen aan zaden en vetbollen. Dat kan een aanleiding zijn om te voorzien in nestkasten om de sympathieke vogeltjes bij hun voortplanting te helpen. Want zelfs in een echte stadstuin maak je veel kans op een bezet mezenkastje.
Toch is een bedenking hierbij op zijn plaats omdat jonge mezen voornamelijk rupsen eten, het eiwitrijk voedsel bij uitstek om hun kroost snel en gezond groot te krijgen. Daarbij moeten we dan ook nog rekening houden met het feit dat een paartje koolmezen met bijvoorbeeld 8 jongen tientallen keren per dag en gedurende minstens 18 dagen een portie rupsen moet aandragen om de geplande gezinsuitbreiding rond te krijgen. Veel mensen genieten dan ook van een bezette nestkast in hun tuin maar treffen na een tijd vaak ‘hun’ jongen dood in het nestkastje aan. De oudermezen hebben dan meestal als gevolg van het voedseltekort de jongen noodgedwongen in de steek gelaten. Rupsen zijn nu eenmaal niet erg geliefd in de buurt van onze tuinplanten, dat hebben we onlangs met de Buxus nog kunnen ervaren.
Onderzoek van de universiteiten van Antwerpen en Gent toonde aan dat de negatieve effecten op het broedsucces zich niet alleen voordeden in stadstuinen maar ook in tuinen in dorpskernen te midden van een groenere omgeving. De mezenjongen die erin slagen om uit te vliegen, wegen hier gemiddeld minder en dat beïnvloedt negatief hun overleving. De kans dat een gelegd ei tot een uitgevlogen jong leidt ligt hier dan ook veel lager dan in een natuurlijke, niet-verstedelijkte omgeving.
Veel Vlaamse tuinen zien er ogenschijnlijk wel geschikt uit als leefgebied, maar blijken achteraf tegen te vallen bij het grootbrengen van jongen. Het voedselaanbod verschilt er in sterke mate van het aanbod in een natuurgebied. Het aandeel inheemse struiken en bomen is daarbij zeker een bepalende factor want op allerlei uitheemse sierbomen zijn nu eenmaal veel minder rupsen te vinden dan op eiken of wilgen. Hieruit blijkt dat het willekeurig ophangen van nestkastjes niet volstaat om tuinvogels echt te helpen. Het aanplanten van inheemse bomen en struiken in onze tuinen is veel belangrijker. Gewoonlijk hebben die ook veel minder te lijden van rupsenvraat en is daarbij het gebruik van pesticiden overbodig.
Leave a Reply