Afgelopen week werden er maar liefst 1424 kepen geregistreerd op de telpost in Oetersloven, met op donderdag zelfs een telrecord van 715 vogels! Voor 2021 zit de teller reeds op 1708. In vergelijking met de voorgaande jaren 2020 (36) en 2019 (58) is dit een absolute topper. Ook 2012 was een topjaar met 1883 exemplaren. In gans België werden er de voorbije week 29983 kepen geteld en voor Europa zelfs 153423. André Gaens kon er enkele op foto vastleggen.
Het ene jaar is dus duidelijk het andere niet, maar waar ligt dit nu aan? Het heeft veel te maken met de productie van beukennootjes waar de kepen verzot op zijn. De jaren van overdadige nootjes worden mastjaren genoemd. Het is moeilijk te zeggen wanneer een jaar een mastjaar zal worden. Een warme, droge zomer in het voorgaande jaar leidt vaak tot een goed beukenmastjaar. Het kost een boom veel energie om nootjes te produceren. Daarom maken de bomen het jaar na een mastjaar juist heel weinig of zelfs geen vruchten aan. In die jaren valt er voor de keep weinig voedsel te vinden in de bossen en zakken ze massaal af naar onze contreien.
De keep is de noordelijke tegenhanger van de vink en is met zijn oranje borst en vleugeltekening een opvallende verschijning. De keep is in onze fruitstreek enkel te bewonderen van oktober tot en met maart. In het voorjaar keren ze terug naar de naaldwouden en de hooggelegen berkenbossen van Scandinavië.
Foto : Jan Cornelissen
Leave a Reply