Een beeld zegt meer dan duizend woorden… Deze ransuilen werden door Stefan Nimmegeers en André Gaens mooi in beeld gebracht.
De ransuil is een middelgrote uil (35-37cm) die opvalt door zijn oranje ogen en zijn typische oorpluimen; die trouwens niets met echte oren te maken hebben. Het verenkleed is aan de bovenzijde roestgeel met zwartbruine vlekken en strepen, en verder is de ransuil grijsbruin gevlekt en gestreept. Met hun spanwijdte (85-95cm) jagen ze vooral, als het donker is, op knaagdieren (voornamelijk veldmuizen) en kleine vogels als het een slecht muizenjaar is. Tijdens de wintermaanden zoeken de ransuilen elkaars gezelschap op in een gezamelijke roestplaats en rusten ze soms in groepjes.
Ransuilen kunnen voorkomen in natuurgebieden (vooral aan de randen van bosgebieden), maar ook bij mensen in de achtertuin. Geschikte bomen zijn hulst, spar en den, maar soms zitten ze ook in loofbomen. Ze broeden in verlaten nesten van andere vogels, meestal oude kraaien- en eksternesten. Het vrouwtje bepaalt de keuze van het nest. Balts- en paarvorming beginnen rond half februari.
Andere blikvangers van de voorbije week zijn hieronder verzameld :
Wilde zwanen : Philippe Smets
Grote gele kwikstaart : Alice Wauters
Grote zilverreiger : André Gaens
Groenling : PIerre Vandersmissen
Groeten en tot volgende week,
Carlo Menten
Leave a Reply